Korte historie Internet voor beleggers

Alvorens te beleggen in Internetbedrijven is het verstandig kort stil te staan bij deze zeer beknopte geschiedenis. Iedereen heeft het de laatste jaren over Internet en de Internetbedrijven. Hierdoor zou men bijna vergeten dat het Internet nog jong is en de bedrijven die op deze markt opereren dus veelal een zeer korte beurshistorie kennen. Let wel: u kunt 1 Internetjaar rekenen als 5 tot 7 mensenjaren in de 'echte' wereld. In het eerste deel zullen veel technische termen naar voren komen. Op sommige van deze termen kunt u klikken om een omschrijving te zien. Het is echter handig toch enig inzicht te hebben hoe het Internet tot stand is gekomen en hoe het werkt. De ontwikkelingen illustreren dat het huidige Internet is ontstaan door verschillende technologische stappen, bewerkstelligd door uiteenlopende universiteiten en instellingen. Deze ontstaansgeschiedenis verklaart waarom het Internet ongereguleerd is en gratis. Niemand is eigenaar of heeft eigendomsrechten op het WWW of de basistechnieken erachter. Deze zogenaamde open architectuur (=geen eigendomsrechten op technologie) verklaart waarschijnlijk ook het grote succes. Het Internet is gebaseerd op vrijwillige standaarden, gereguleerd door o.a. het World Wide Web Consortium (W3C) en de Internet Society.

OVERZICHT
Op het hoogtepunt van de koude oorlog op het einde van de jaren 50 maakte het Ministerie van Defensie van de VS (Pentagon) zich zorgen over het eventuele uitvallen van alle communicatie bij een kernoorlog. Er werd een voorstel gedaan voor een complex gedecentraliseerd computernetwerk, waardoor andere computers de communicatie, d.m.v. het versturen van datapakketjes (packetswitching) tussen netwerken konden overnemen als er één zou worden uitgeschakeld door een atoombom. Deze datapakketjes kunnen dus via verschillende alternatieve routes worden aangevoerd: het principe van dataoverdracht op het Internet.		eind '50
ARPA (Advanced Research Projects Agency) onderdeel van het Pentagon, financiert het eerste (packetswitching) netwerk, Arpanet. Internet is geboren, maar lijkt nog totaal niet op wat we nu onder Internet verstaan. In de loop van de jaren 70 sloten alle universiteiten en onderzoeksinstellingen in de VS zich bij dit netwerk aan.		1969
Ray Tomlinson vindt e-mail uit: onderzoekers konden nu elkaar mails sturen met ongekende snelheid. Vroege Internetters in Nederland kennen waarschijnlijk nog programma's als Minuet waarmee men e-mails kon versturen onder besturingssysteem DOS of UNIX en later het WWW, echter zonder plaatjes!! U kunt Minuet nog steeds downloaden op de Universiteit van Minnesota. Telnet, de mogelijkheid bij andere computers in te loggen en daar programma's te laten uitvoeren was eveneens een van de eerste mogelijkheden met het ARPAnet. Paul Lindler en Mark P. McCahil van de Universiteit van Minnesota ontwikkelen Gopher. Gopher was de eerste algemeen aanvaarde techniek voor het achterhalen en indexeren van gegevens. Gopher ziet alle gegevens als een menu, een document of index. Via een gopherverbinding kunnen dus gegevens uit meerdere sites worden aangeleverd: een eerste Internetwerktoepassing dus, met zelfs een eigen zoekmachine Veronica.		1972
Ted Nelson komt met het idee van hyperlinks (aanklipbare stukken tekst of plaatjes die je naar een webadres voeren of tekst binnen het document). Zijn idee zal pas jaren later worden doorgevoerd, nadat een medewerker van het CERN-instituut door Nelson's boek "Computer Lib/Dream Machines" wordt geïnspireerd.		1974
TCP/IP als protocol voor informatieoverdracht tussen webserver en cliënt (webserver noemen techneuten de computer waarop de informatie staat en cliënt noemen techneuten uw computer als die online zit in een netwerk, bijv. het Internet) TCP/IP controleert of alle datapakketjes juist aankomen. Nadat het Pentagon TCP/IP als standaard koos voor informatieoverdracht, werd het tevens de standaard voor Internet. TCP/IP is Het Protocol waarop het WWW is gebaseerd.		1982
De Universiteit van Wisconsin komt met DNS (Domain Name Server). Computers worden op het Internet aangeduid met IP-nummers. Het IP-adres van de webserver van ochtendkrant De Telegraaf is: 195.64.78.4, omdat dit lastig te onthouden is vertaalt DNS het makkelijker te onthouden www.telegraaf.nl in een IP-nummer, waarmee de computers op het Internet werken (die begrijpen alleen cijfers). Een IP-nummer bestaat altijd uit 4 nummers tussen 0 en 255, gescheiden door punten.		1983
Tim Berners-Lee van het Europese onderzoekslaboratorium CERN ontwerpt het WorldWideWeb (WWW), in feite het Internet zoals wij dat nu kennen. Tim Berners-Lee, voegde grafische elementen, hypertext-verbindingen en typografische stylen toe. Het web is geboren en stoelt op 3 technologieën: HTML (de taal waarin de pagina's op het net zijn geschreven), HTTP (protocol dat webserver gebuikt voor vesturing van programma's) en een browser (een softwareprogramma dat de eerste twee omzet in leesbare en begrijpare afbeeldingen en teksten, bijv. Netscape of Explorer)		1992
De National Science Foundation richt InterNIC (Internet Network Information Center) op. InterNic is een administratief centrum dat bijv. Internetadressen toebedeelt, de IP-nummers.		1993
Het National Center for Supercomputing Applications (NCSA) van de Universiteit van Illinois brengt 's-werelds eerste grafische bladerprogramma (browser) uit: Mosaic, ontworpen door Marc Andreesen. Meer info over Mosaic: klik hier. In juni 1993 waren er op het gehele Internet nog maar 130 websites om naar toe te surfen!		april 1993
Netscape Communications komt met haar eerste commerciële bladerprogramma Navigator. Netscape (Nasdaq: NSCP) is hiermee één van de eerste commerciële bedrijven die zich geheel op het Internet richten. De ontwikkelingen van de Browser Navigator en HTML volgen elkaar vanaf begin 1994 snel op. In garages en slaapkamers in de VS zijn vanaf 1994 talloze jongelui bezig hun ideëen voor het Internet uit te werken, bijv. zoekmachine Yahoo! of boekwinkel Amazon. Gevestigde bedrijven zien Internet in 1994 nog steeds als speeltje voor wetenschappers. Er zijn in december 1993 623 websites op het gehele Internet.		december 1993
Visionair/zakenman Bill Gates van Microsoft haakt relatief laat in op het Internet, maar met duizenden programmeurs en miljarden dollars is elke applicatie van Microsoft vanaf 1996 Internetfähig en lijkt Microsoft alleen nog te investeren in zaken die op de een of andere wijze verband houden met het Internet. Inmiddels is bijv. de marktwaarde van Yahoo ruim $ 25 miljard!!!! (medio december 1998), niet slecht voor een bedrijfje dat in april 1994 door twee studenten van de Stanford University is opgericht. Al met al kunnen we stellen dat pas vanaf 1994 het WWW haar intrede deed bij de consument en sindsdien exponentieel is gegroeid. Tot op dit moment is het Internet op ondernemingsniveau nog een Amerikaanse aangelegenheid (providers moeten bijv. ook geld betalen voor datatransfer van Amerika: omgekeerd gebeurt dit niet!). Vrijwel alle vernieuwende Internetbedrijven zijn afkomstig uit de Verenigde Staten (Israël en Ierland kennen tevens een aantal bedrijven op dit vlak) en een groot deel van de circa 140 miljoen gebruikers van Internet zijn Amerikaans, waar 30% van de bevolking toegang heeft tot Internet (vgl. Nederland 10%). In 1998 breekt de strijd om de bezoekersaantallen uit: ''portalwar''. Hoe meer bezoekers, deste meer reclame-inkomsten. Het vooraanstaande onderzoeksbureau IDC Research becijfert de wereldhandel via Internet in 1998 op $ 20 miljard. Niemand weet hoeveel websites er zijn, er zijn echter circa 5 miljoen first level domainnamen (dus niet subdomeinen bijv. wel www.worldonline.nl en niet www.worldonline.nl/user/huppelepup). Een actueel overzicht van het aantal firstlevel domeinnamen, vindt u bij DomainStats.		1994 tot heden
500 miljoen mensen hebben toegang tot het Internet. IDC Research verwacht dat wereldwijd ruim $ 300 miljard (1% totale wereldhandel) en er in Europa in 2001 voor $ 60 miljard via Internet wordt besteed. Internet via de kabel en ADSL maken videoconferentie mogelijk. Er vindt zowel concurrentie via hardware (kabel, elektriciteitsdraden, telefoondraden, UMTS) als op providerniveau plaats voor datatransfer. Betalen voor informatie is gewoon. Onbeperkte accounts (heavy use) bestaan niet meer. Internet en TV versmelten. Winkelbedrijven in duurzame massaconsumptie goederen verminderen sterk. Gedrukte media komen in de problemen door teruglopende reclameinkomsten. Regeringen verliezen hun controle op de inhoud van websites volkomen. Financiële geldstromen gaan nog veel sneller dan voorheen: door betere informatie en grotere markttransparantie. De belastingen zullen moeten worden herzien. BTW wordt afgeschafd wegens oninbaarheid. Mensen worden wereldburger en gaan wonen waar het prettig is, afstand speelt geen rol meer.		>2000